Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen In Het Alarmsysteem - Satel INT-KWRL2 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

SATEL
Wake-up [Wake-up] – de maximale periode gedurende welke het bediendeel automatisch
kan worden geactiveerd (geldt voor het bediendeel dat door de batterijen wordt gevoed).
Indien een andere waarde dan 0 ingevoerd wordt, zal:
– het bediendeel automatisch worden gestart bij het optreden van een alarm, bij de
ingangsvertraging of bij auto-inschakelen,
– de BEL signalering van zones ook in de inactieve mode worden gesignaleerd.
Indien de waarde 0 geprogrammeerd is zal het bediendeel niet automatisch worden
gestart.
Indien een waarde anders dan 0 ingesteld is voor de "Wake-up" parameter, dan
zal het bediendeel altijd controleren of er transmissies zijn met informatie over
gebeurtenissen. Hierdoor zal het energieverbruik toenemen en de levensduur
van de batterij aanzienlijk worden verminderd.
Het bediendeel wordt maximaal 1 keer per 30 seconden geactiveerd. Indien de
bediendeel wake-up plaats vindt binnen 30 seconden na de laatste automatische
wake-up, blijft het bediendeel in de inactieve mode.
Het kan enkele seconden duren voordat het bediendeel wakker wordt nadat de
gebeurtenis zich heeft voorgedaan.
Als de gebeurtenis voorbij is vóór het einde van de vooraf ingestelde maximumtijd,
wordt de slaapstand eerder gestart via het bediendeel.
Kaartlezer – indien de optie ingeschakeld is wordt de kaartlezer ondersteund.
Aanwezigheidscontrole [Test] – indien de optie ingeschakeld is zal de aanwezigheid van
het bediendeel worden gecontroleerd. Indien er geen transmissie komt van het bediendeel
voor langer als 20 minuten, dan zal het ontbreken van het bediendeel worden gemeld.

4.2 Instellingen in het alarmsysteem

De instellingen kunt u configureren via het:
• DLOADX programma: "Structuur" scherm "Hardware" tabblad "Uitbreidingen"
[bediendeel naam] (zie: Afb. 7),
• LCD
Bediendeel:
"Instellingen" [bediendeel naam].
4.2.1 Beschrijving van de parameters en opties
Getoond tussen vierkante haakjes zijn de namen van parameters en opties welke gebruikt
worden in display van het bediendeel.
Bediendeel
Naam – individuele naam van het bediendeel (tot 16 karakters).
Blokken bediend door bediendeel [Blokken] – de blokken welke kunnen worden In en
uitgeschakeld via het bediendeel. Deze functies zijn alleen beschikbaar voor gebruikers
welke de juiste rechten en toegang hebben tot deze blokken.
Met de service code kunt u altijd alle blokken bedienen, onafhankelijk welke blokken
geselecteerd zijn in het bediendeel.
Toon alarm van blokken [Alarmen] – het bediendeel kan inbraak alarmen signaleren van
geselecteerde blokken.
Toon brandalarm van blokken [Brand alarmen] – het bediendeel kan brand alarmen
signaleren van geselecteerde blokken.
Bel signaal van zones [Bel zones] – het bediendeel kan het activeren van geselecteerde
zones signaleren.
INT-KWRL2
"Service
mode"
"Structuur"
"Hardware"
9
"Bediendelen"

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave