Bouwlift
4.2
Inbedrijfstelling
Hoofdschakelaar (op de schakelkast grondstation) op stand "I" [ON]
draaien.
Sleutelschakelaar op de grondbesturing op stand "1" draaien.
Sleutelschakelaar op de liftkooibesturing op bedrijf schakelen.
Schuifdeuren van de liftkooi en de grondkooi moeten gesloten
worden.
4.2.1
Veiligheidscontroles vóór werkbegin
Proefrit met lege liftkooi uitvoeren en controleren of
− het hele traject van de liftkooi vrij is.
− de deurvergrendelingen correct werken (zie hoofdstuk 4.3.2
tot 4.3.4).
Alleen bij de MULTILIFT P12 STANDAARD
− de wacht-eindschakelaar en claxon het doen.
Bij het vertrek moet de liftkooi boven de 2 m veiligheidshoogte blijven
staan en er moet gedurende ca. 3 seconden een waarschuwingssignaal
klinken. Alleen vanuit de grondbesturing resp. de liftkooibesturing kan n
het signaal en opnieuw drukken op de OMLAAG-knop tot aan de grond
worden gereden. Het stijgen vanuit de etagebesturing is pas mogelijk
boven de veiligheidshoogte van 2 m.
De liftkooi moet onmiddellijk stoppen, als
− er een NOODSTOP-toets wordt ingedrukt.
− de bovenste eindschakelaar-aanslagbeugel bereikt werd of de slede
het uiteinde van de mast heeft bereikt.
− de OMLAAG-eindschakelaar wordt bereikt.
De liftkooi mag zich niet in beweging zetten, als
− de sleutelschakelaar op de liftkooibesturing uitgeschakeld wordt.
− een schuifdeur aan de liftkooi geopend is.
− een grondkooideur geopend is.
− een etagebeveiligingsdeur geopend is.
− een NOODSTOP-toets ingedrukt is.
Alleen bij de MULTILIFT P12 STANDAARD
De lift mag niet automatisch verdergaan, als
− de liftkooi zich in de onderste (ca. 2 m) veiligheidszone bevindt.
Gebruiksaanwijzing
54 / 84
GEDA
MULTILIFT P12
BL105NL uitgave 03.2015