Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
Voor het inschakelen van de RWA-centrale moeten de volgende visuele en functionele controles
worden uitgevoerd.
Alle noodzakelijke afsluitweerstanden aangesloten?
De RWA-onderdelen worden via de kabel bewaakt.
Een storing wordt bij aflevering van de centrale als alarm
geschakeld en de rookafvoer opent automatisch en kan slechts
onder speciale omstandigheden worden gereset.
Fabrieksinstelling?
(dipschakelaar)
10 kΩ weerstand in de
10 kΩ weerstand in de
Eindmodule 2x47 kΩ in
Net inschakelen,
netcontrolelampje
Functionele controle alarm/reset en ventilatie
RWA-klep opent
99.825.74 3.7/06/19
Alle kabels
aangesloten?
ja
ja
ja
RT-knop?
ja
brandmelder?
ja
de aftakdoos?
ja
brandt?
ja
Accukabels
vastklemmen,
controlelampje
brandt?
ja
ja
en sluit?
Bij gedeeltelijke en onvolledige aansluiting
nee
van onderdelen moet rekening worden
gehouden met functionele storingen.
Controleer de volgende aansluitingen: net
230 V, aandrijvingen, RT-knop, evt.
brandmelder en ventilatorknop.
Zie aansluitschema's op pag. 10-12.
nee
Zie pag. 8 voor de (toe)stand van de
dipschakelaars bij levering.
De weerstand moet in de laatste elektrische
knop op de klemmen 3 / 8 (type RT 45) zijn
nee
geklemd. Zie aansluitschema's op pag. 10-11.
De weerstand moet in de laatste of enige
brandmelder op klem 2 en 4 (type
SD-O/FD-T) zijn geklemd.
nee
Als er geen brandmelder aanwezig is, dan
blijft de weerstand in de centrale tussen klem
RM 1 en 2.
Zie aansluitschema's op pag. 12.
nee
Eindmodule bij de laatste of enige aandrijving
in de aftakdoos op kabel 5 oranje, 6 zwart en
7 zwart klemmen. Zie aansluitschema op
pag. 10.
nee
Installatieautomaat in de groepenkast en
zekering in de centrale controleren.
Netspanning nog steeds niet aanwezig of lijn
nee
uitgeschakeld of zekering defect.
nee
Evt. aandrijving ompolen.
Nederlands
13/20
RZN 4404-K