startmotor hierdoor vroegtijdig defect kan raken. Als
de motor na 10 seconden niet wil starten, moet u
het sleuteltje naar de stand U
de bedieningsorganen en de startprocedure, wacht
nog eens 10 seconden en probeer daarna opnieuw
te starten.
Inschakelen van de
vierwielaandrijving
Alleen modellen met
vierwielaandrijving
Om automatische inschakeling van de
vierwielaandrijving mogelijk te maken drukt u
de bovenkant van de tuimelschakelaar in voor de 4
A
stand
(Figuur
17).
UTO
Figuur 17
1. 4x4 automatisch
inschakelen – aan
Als de 4WD schakelaar op Aan staat zal de machine
de vierwielaandrijving automatisch inschakelen
als de sensor waarneemt dat de achterwielen vrij
ronddraaien. Als de vierwielaandrijving ingeschakeld
is licht de indicator in de 4WD schakelaar op.
Belangrijk:
De machine schakelt de
vierwielaandrijving niet automatisch in tijdens
achteruitrijden.
Bij het achteruitrijden moet u de vierwielaandrij-
ving met de hand inschakelen met de 4WD knop.
Om de vierwielaandrijving met de hand in te schakelen
drukt u de 4WD knop op het bedieningspaneel in,
en houdt u deze ingedrukt, terwijl het voertuig in
beweging is, de vierwielaandrijving wordt dan actief.
Opmerking:
De vierwielaandrijving blijft
ingeschakeld zolang u de knop ingedrukt houdt. Om
de vierwielaandrijving met de hand in te schakelen,
hoeft de 4WD schakelaar niet op A
draaien. Controleer
IT
g227244
2. 4x4 automatisch
inschakelen – uit
te staan.
UTO
Met de machine rijden
1.
Zet de parkeerrem vrij.
2.
Druk het koppelingspedaal volledig in.
3.
Zet de schakelhendel in de eerste versnelling.
4.
Laat het koppelingspedaal langzaam opkomen,
terwijl u het gaspedaal intrapt.
5.
Wanneer de machine voldoende snelheid
heeft, haalt u uw voet van het gaspedaal, trapt
u het koppelingspedaal volledig in, zet u de
schakelhendel in de volgende versnelling en laat
u het koppelingspedaal omhoogkomen, terwijl u
het gaspedaal intrapt.
6.
Herhaal deze stappen tot u de juiste snelheid
heeft bereikt.
4
X
Belangrijk:
u van een versnelling achteruit naar een
versnelling vooruit schakelt, of andersom.
Opmerking:
stationair draaien.
Gebruik de onderstaande tabel om de
rijsnelheid van het voertuig te bepalen bij een
motortoerental van 3600 tpm.
Over-
Bereik
brenging
1
L (laag)
2
L (laag)
3
L (laag)
1
H (hoog)
2
H (hoog)
3
H (hoog)
R
L (laag)
R
H (hoog)
Belangrijk:
door de machine aan te duwen of te slepen.
De aandrijflijn kan hierdoor schade oplopen.
De machine stoppen
Om het voertuig tot stilstand te brengen, haalt u uw
voet van het gaspedaal en drukt u het rempedaal in.
De motor afzetten
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
2.
Stel de parkeerrem in werking.
3.
Draai het sleuteltje naar U
26
Stop de machine altijd voordat
Laat de motor niet lange tijd
Verhou-
Snelheid
ding
(km/u)
82,83 : 1
4,7
54,52 : 1
7,2
31,56 : 1
12,5
32,31 : 1
12,2
21,27 : 1
18,5
12,31 : 1
31,9
86,94 : 1
4,5
33,91 : 1
11,6
Probeer de motor niet te starten
en verwijder het.
IT
Snelheid
(mijl/u)
2,9
4,5
7,7
7,6
11,5
19,8
2,8
7,1