Starten en stoppen
WAARSCHUWING! Voor het starten moet u
!
rekening houden met de volgende punten:
De kettingrem moet geactiveerd zijn
wanneer de motorzaag wordt gestart, om het
risico van contact met de draaiende ketting
bij de start te verminderen.
Start de motorkettingzaag nooit zonder dat
zaagblad, ketting en alle kappen gemonteerd
zijn. Anders kan de koppeling losraken en
persoonlijk letsel veroorzaken.
Plaats de machine steeds op een stabiele
ondergrond. Zorg ervoor dat u stevig staat
en dat de ketting niet in contact kan komen
met een voorwerp.
Hou onbevoegden uit het werkgebied.
Koude motor
Starten: De kettingrem moet geactiveerd zijn wanneer u de
motor start. Activeer de rem door de terugslagbescherming
naar voren te brengen.
Ontsteking: Zet de stopschakelaar in de startpositie.
Choke: Zet de choke-hendel in de choke-positie.
Brandstofpomp: Druk een aantal malen op de rubberen balg
van de brandstofpomp totdat er brandstof in de balg komt. De
balg hoeft niet helemaal gevuld te worden.
STARTEN EN STOPPEN
Warme motor
Volg dezelfde startprocedure als voor de koude motor, maar
zonder de chokehendel in de chokestand te zetten. De
startgasstand wordt verkregen door de chokehendel in de
chokestand te zetten en hem terug in te drukken.
Starten
Grijp het voorste handvat beet met uw linkerhand. Plaats uw
rechtervoet op het onderste van het achterste handvat en
druk de motorzaag op de grond. Grijp de starthendel beet, en
trek met uw rechterhand langzaam aan het starterkoord tot u
weerstand voelt (starthaken grijpen in) en trek daarna een
paar keer snel en kort. Wikkel het startkoord nooit rond uw
hand.
N.B.! Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de
starthendel niet zomaar los wanneer het volledig uitgetrokken
is. Dit kan tot beschadigingen van de machine leiden.
Schuif de hendel naar startgas-stand wanneer de motor
ontsteekt en herhaal de pogingen tot de motor start. Wanneer
de motor start, geef snel vol gas en het startgas wordt
automatisch uitgeschakeld.
Omdat de kettingrem nog steeds geactiveerd is moet het
toerental van de motor zo snel mogelijk terug naar nullast, wat
u bereikt door de gasvergrendeling snel uit te schakelen.
Daardoor voorkomt u onnodige slijtage van koppeling,
koppelingstrommel en remband.
– 19
Dutch