1. ALGEMENE INFORMATIE
• Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing en de mon-
tage instructie vóór de installatie en ingebruikname
van dit toestel. Hierin vind u belangrijke informatie
voor de montage en gebruik van het toestel.
• Dit toestel is enkel geschikt voor huishoudelijk ge-
bruik.
• Controleer de staat van het toestel en het montage
materiaal zodra u ze uit de verpakking haalt. Neem
het toestel met zorg uit de verpakking. Gebruik geen
scherpe messen om de verpakking te openen. In-
stalleer het toestel niet indien het beschadigd is en
richt u in dat geval tot NOVY.
• Bewaar deze handleiding zorgvuldig en geef deze
door aan de persoon die het toestel eventueel na u
gebruikt.
• Recyclage van de transportverpakking en het oude
toestel. Dit toestel is beschermd door verpakking.
De gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het
milieu en geschikt voor recyclage. Opteer voor een
milieuvriendelijke afvoer van de verpakking. Uw ap-
paraat bevat tevens vele recycleerbare materialen.
Daarom dienen gebruikte apparaten van ander afval
te worden gescheiden. De recyclage van de appara-
ten die door uw fabrikant wordt georganiseerd wordt
op deze manier onder de beste omstandigheden
uitgevoerd, overeenkomstig de Europese richtlijn
2002/96/CE betreffende elektrisch en elektronisch
afval. Informeer bij uw gemeente of bij uw verkoper
naar de dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw oude
apparaten.
In deze gebruiksaanwijzing wordt gewerkt met een
aantal symbolen. Hieronder vind u de betekenis van
deze symbolen.
Symbool
Betekenis
Indicatie
Waarschuwing
Leef deze instructie na om letsel en materiële schade
te voorkomen.
2. VEILIGHEID
2.1 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het
apparaat
• Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
• De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het
apparaat volgens de vereiste voorschriften op een
aardleiding is aangesloten.
• Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op
het elektrische net.
Actie
Toelichting van
een indicatie op de
afzuigkap.
Dit symbool duidt
op een belangrijke
tip of een gevaarlijke
situatie.
2.2 Gebruik van het apparaat
•
Flamberen onder de afzuigkap is in geen geval
toegestaan.
• Alleen onder voortdurend toezicht mag onder de af-
zuigkap gefrituurd worden.
• In geval van brand schakel altijd uw afzuigkap uit.
• Blus brandende vetten nooit met water, maar dek de
pan af met een passend deksel of een blusdeken.
• Kinderen jonger dan 8 jaar, personen van wie de
psychische en of mentale capaciteit vermindert zijn
en personen van wie de kennis onaangepast is, kun-
nen dit toestel enkel onder toezicht van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid gebruiken
of indien zij opgeleid zijn om dit apparaat te gebrui-
ken in veilige omstandigheden.
• Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het
zeker is dat zij niet gaan spelen met het apparaat.
• Voor het effectief verwijderen van de kookdampen
schakel de afzuigkap enkele minuten voor de aan-
vang van het koken in.
• Schakel de afzuigkap ongeveer 10 minuten na het
beëindigen van het koken uit. De nalooptijd is inge-
steld op 10 minuten. Maak gebruik van deze naloop-
tijd.
• Vermijd elke tocht boven het kookvlak.
• Plaats uw kookgerei zodanig dat opwellende dam-
pen onder het aanzuigoppervlak van de kap terecht-
komen.
• Koken met inductie: de intensiteit van afzuigkap en
kookplaat zo laag mogelijk instellen om overproduc-
tie van dampen te beperken.
• Opgelet, bepaalde delen van de afzuigkap welke
binnen handbereik liggen kunnen tijdens het koken
heet worden.
2.3 Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
• In de montage instructie wordt de juist wijze van
montage beschreven. Lees deze instructies goed
door.
• Controleer de afstand tussen het kookoppervlak en
de afzuigkap. In de montage instructie worden de
minimale en maximale hoogte aangegeven.
• Gebruik de afzuigkap nooit zonder de vetfilters om
te voorkomen van vuil en vet verder in de afzuigkap
terecht komen wat op den duur de werking en het
functioneren kan beïnvloeden.
• Wanneer u aan het bakken, braden, grillen of frituren
bent, blijf er altijd bij. Oververhitte olie en vet kan
vlam vatten en de afzuigkap hierdoor beschadigen.
2.4 Luchttoevoer
Bij gebruik van de afzuigkap dient er in de ruimte altijd
een luchttoevoer aanwezig te zijn, waardoor verse
lucht kan toestromen. Het aanvoeren van verse lucht
kan geschieden door een raam te kantelen, een deur
te openen of door een toevoerrooster aan te brengen.
Hoe groot de keuken of de ruimte met open keuken
ook is, er kan slechts zoveel lucht uit de ruimte
worden afgezogen als er wordt aangevoerd. Te weinig
luchttoevoer kan een rendementsverlies van 50% en
meer veroorzaken.
Door te weinig luchttoevoer kan terugslag ontstaan in
NL 2