Over-
Bereik
brenging
2
H (hoog)
3
H (hoog)
R
L (laag)
R
H (hoog)
Belangrijk: Probeer de motor niet te starten
door de machine aan te duwen of te slepen. De
aandrijflijn kan hierdoor schade oplopen.
De machine stoppen
Om de machine tot stilstand te brengen, haalt u uw voet van
het gaspedaal, trapt u het koppelingspedaal in en trapt u het
rempedaal in.
Motor afzetten
Om de motor af te zetten, draait u het contactsleuteltje naar
de stand Uit en stelt u de parkeerrem in werking. Verwijder
het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor
per ongeluk start.
Een nieuwe machine inrijden
Om ervoor te zorgen dat de machine goede prestaties
levert en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100
bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen.
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en
de motorolie en let op tekenen die erop wijzen dat een
onderdeel van de machine oververhit raakt.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden warm laten worden, voordat u het voertuig
in de versnelling zet.
•
Laat de motor niet 'razen'.
•
Om ervoor te zorgen dat het remsysteem optimaal
functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar maken
(inrijden) voordat u het voertuig gaat gebruiken. Om de
remmen in te rijden, laat u het voertuig op volle snelheid
rijden, daarna remt u om het voertuig snel te laten
stoppen zonder de wielen te blokkeren. Herhaal dit 10
keer en wacht steeds 1 minuut voordat u opnieuw remt
om te voorkomen dat de remmen oververhit raken. Dit is
het meest effectief als de machine is beladen met 454 kg.
•
Varieer de snelheid van de machine tijdens het gebruik.
Laat de motor niet langdurig stationair draaien. Vermijd
snel starten en stoppen.
•
De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele
motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven
voor regelmatige olieverversingen.
•
Zie hoofdstuk Onderhoud voor bijzondere controles op
rustige momenten.
Verhou-
Snelheid
Snelheid
ding
(km/u)
(mijl/u)
21,27 : 1
18,5
11,5
12,31 : 1
31,9
19,8
86,94 : 1
4,5
2,8
33,91 : 1
11,6
7,1
Veiligheidssysteem
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor niet aanslaat
of start, tenzij het koppelingspedaal is ingetrapt.
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Opmerking: Zie de Gebruikershandleiding voor het werktuig
voor de controleprocedure van het veiligheidssysteem van
het werktuig.
Interlockschakelaar van de koppeling
controleren
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de
parkeerrem in werking.
2. Zet de schakelhendel in de neutraalstand.
Opmerking: De motor zal niet aanslaan als
de hydraulische hefhendel is vergrendeld in de
vooruitstand.
3. Draai het contactsleuteltje rechtsom naar de stand Start
zonder het koppelingspedaal in te trappen.
Opmerking: Als de motor aanslaat of start, is er
een defect in het veiligheidssysteem dat moet worden
hersteld voordat u de machine gebruikt.
Interlockschakelaar van de
hydraulische hefhendel controleren
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de
parkeerrem in werking.
2. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en controleer
of de hydraulische hefhendel zich in de middelste stand
bevindt.
3. Trap het koppelingspedaal in.
4. Duw de hydraulische hefhendel naar voren en draai het
sleuteltje rechtsom naar de stand Start.
Opmerking: Als de motor aanslaat of start, is er
een defect in het veiligheidssysteem dat moet worden
hersteld voordat u de machine gebruikt.
27