6
Blokkenlijst
R [led R – blok 1 / led R – blok 2] – de functie die in het blok uitgevoerd moet worden als de
kaart bij het apparaat verwijderd wordt en de rode led AAN is:
[Volledig IN] – volledig inschakelen,
Leeg veld [schakelt niet in] – geen.
G [led G – blok 1 / led G – blok 2] – de functie die in het blok uitgevoerd moet worden als de
kaart bij het apparaat verwijderd wordt en de groene led AAN is (mode A):
[Volledig IN] – volledig inschakelen,
[Blijven bij nacht] – nacht stand inschakelen,
[Blijven bij Dag] – dag stand inschakelen,
[Uitschakelen] – uitschakelen,
Leeg veld [schakelt niet in] – geen.
Y [led Y – blok 1 / led Y – blok 2] – de functie die in het blok uitgevoerd moet worden als de
kaart bij het apparaat verwijderd wordt en de gele led AAN is (mode B):
[Volledig IN] – volledig inschakelen,
[Blijven bij nacht] – nacht stand inschakelen,
[Blijven bij Dag] – dag stand inschakelen,
[Uitschakelen] – uitschakelen,
Leeg veld [schakelt niet in] – geen.
Opties
Alarm signaal [Alarm (tijd)] – indien de optie ingeschakeld is, kunnen de lezers alarmen
akoestisch
signaleren
alarmsysteem).
tot herstel [Alarm (geheugen)] – indien de optie ingeschakeld is, zullen de lezers een signaal
laten horen totdat het alarm hersteld wordt.
3x onj. kaart alarm [3X onj. kaart] – indien de optie ingeschakeld is zal bij het 3 x aanbieden
van een onbekende kaart, een alarm worden geactiveerd.
Ingangsvertraging signaal [Ingangstijd sign.] – indien de optie ingeschakeld is zal het
bediendeel de ingangsvertraging laten horen.
Uitgangsvertraging signaal [Uitgangtijd sign.] – indien de optie ingeschakeld is zal het
bediendeel de uitgangsvertraging laten horen.
Kaart sign. (Hardware) [Hardw.signaal] – als de optie ingeschakeld is geeft het apparaat
met één pieptoon aan dat een kaartcode gelezen is of dat er een led aangegaan is. Deze
signalering is nuttig, omdat de kaartcode naar het alarmsysteem wordt verzonden nadat
de kaart van het apparaat is verwijderd en alleen dan zal het apparaat de gebruiker
akoestisch informeren over de reactie van het alarmsysteem op het gebruik van de kaart.
4. Werking
Met de proximitykaart kunt u:
de blokken volledig inschakelen,
de blokken inschakelen in mode A of B (de blokken kunnen op verschillende manieren
worden ingeschakeld),
de blokken uitschakelen,
een alarm herstellen.
INT-CR
gedurende
de
"Algemene
alarmtijd"
(parameter
SATEL
in
het