De batterij vervangen
Om foutieve aflezingen te voorkomen die tot elektrische
schokken of lichamelijk letsel kunnen leiden, moet de
batterij vervangen worden zodra M (indicatie van lage
batterij) in het display verschijnt.
Gebruik uitsluitend één juist geïnstalleerde batterij van 9 V
om het ijkinstrument te voeden.
Het ijkinstrument gebruikt één alkaline batterij van 9 V (ANSI/NEDA
1604A of IEC 6LR61). Vervang de batterij als volgt.
Druk op D om het ijkinstrument uit te zetten.
1.
2.
Verwijder de meetkabels uit de aansluitingen.
3.
Verwijder de holster.
4.
Verwijder de batterijklep aan de achterzijde van het ijkinstrument
(zie afbeelding).
5.
Verwijder de batterij.
6.
Plaats de nieuwe batterij in het vak en plaats de batterijklep
weer terug. Zorg dat de klep stevig op zijn plaats zit.
7.
Plaats het ijkinstrument terug in de holster.
Modus HART
Zie de opstartoptie in 'Functie van druktoetsen' om de modus HART
(Highway-Addressable Remote Transducer) van het ijkinstrument in
of uit te schakelen. Standaard is HART weerstand uit.
WWaarschuwing
ADA07F.EPS