Remvloeistofpeil
controleren
Het reservoir voor de remvloeistof is in de fabriek
gevuld met DOT 3 remvloeistof. U moet echter
het peil controleren voordat u de motor voor de
eerste keer start en daarna om de 8 bedrijfsuren
of dagelijks.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op UIT en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
2. Kijk aan de zijkant van het reservoir. Het peil
moet hoger staan dan de Minimum-streep
(Figuur 50). Als het vloeistofpeil te laag is,
moet u de omgeving van de dop reinigen, de
dop verwijderen en het reservoir vullen tot
boven de Minimum-streep. Niet te vol vullen.
Figuur 50
1. Reservoir voor remvloeistof 2. Minimum-streep
Parkeerrem afstellen
Controleer de afstelling van de parkeerrem om de
200 bedrijfsuren.
1. Verwijder de rubberen kap van de parkeerrem.
2. Draai de stelschroef los waarmee de knop is
bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 51).
Figuur 51
1. Parkeerremhendel
2. Knop
3. Draai aan de knop totdat een kracht van
133-156 N nodig is om de hendel te bedienen.
4. Draai de stelschroef vast en plaats de rubberen
kap.
Onderhoud riemen
Onderhoud van de drijfriem
Drijfriem controleren
De conditie en de spanning van de drijfriem
moeten na de eerste gebruiksdag worden
gecontroleerd en vervolgens om de 200
bedrijfsuren.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak, zet de schakelhendel in de
neutraalstand, stel de parkeerrem in werking,
draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder
het sleuteltje uit het contact.
2. Haal de bak op en zet deze vast met de steun.
3. Laat de riem (Figuur 52) ronddraaien en
controleer deze op overmatige slijtage of
beschadigingen. Vervang de riem indien dit
nodig is.
44
3. Stelschroef