Transaxle-olie verversen
Ververs de transaxle-olie om de 800 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op UIT en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de aftapplug uit de rechterkant van
het reservoir (Figuur 48) en laat de vloeistof
in een opvangbak lopen. Plaats de aftapplug
terug wanneer er geen vloeistof meer naar
buiten stroomt, en zet deze goed vast.
Opmerking: Geef de oude olie af bij een
erkend inzamelcentrum.
Figuur 48
1. Aftapplug
3. Vul het reservoir (Figuur 49) met ongeveer
1,4 liter SAE 10W30-motorolie of totdat het
oliepeil de onderkant van de opening van de
niveau-aanwijzer bereikt (Figuur 48).
Figuur 49
1. Vulbuis
4. Start de motor en laat deze draaien zodat de
olie zich verspreidt door het hele systeem.
2. Opening van
niveau-aanwijzer
Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien
nodig olie bij.
Onderhoud koelsysteem
Omgeving van motorkoeling
reinigen
Reinig het roterende scherm, de koelribben en de
buitenkant van de motor om de 100 bedrijfsuren
of vaker als u het voertuig in buitengewoon
stoffige en vuile omstandigheden gebruikt.
Belangrijk: Als u de motor gebruikt met een
verstopt scherm, vuile of verstopte koelribben,
of verwijderde uitlaatringen, zal dit leiden tot
beschadiging van de motor als gevolg van
oververhitting.
Belangrijk: Reinig de motor nooit met een
hogedrukreiniger omdat er dan water in het
brandstofsysteem kan terechtkomen.
Onderhouden remmen
De remmen controleren
De remmen zijn van essentieel belang voor
een veilig gebruik van het voertuig. Zoals alle
veiligheidsvoorzieningen moeten de remmen
regelmatig grondig worden gecontroleerd om de
beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn
dat het voertuig veilig kan worden gebruikt. De
volgende controles moeten om de 100 bedrijfsuren
worden uitgevoerd.
• De remschoenen op slijtage of beschadigingen
controleren. Als de dikte van de remvoering
(remblok) minder dan 1,6 mm is, moeten de
remschoenen worden vervangen.
• De ankerplaat en andere onderdelen
controleren op tekenen van overmatige slijtage
of vervorming. Als een onderdeel is vervormd,
moet dit door een geschikt onderdeel worden
vervangen.
• Controleer het remvloeistofpeil; zie
Remvloeistofpeil controleren.
43