Figuur 25
1. Sluiting
2. Moer
2. Draai de vergrendelstang naar rechts totdat
deze stevig tegen de vergrendeling zit en zet
daarna de moer vast (Figuur 25).
3. Doe hetzelfde voor de vergrendeling aan de
andere zijde van het voertuig.
De grendels van de achterlaadklep
openen en sluiten
1. Om de achterlaadklep te openen, drukt u de
hendels van de grendels naar boven (Figuur 26).
De grendels klappen naar het midden van
de achterlaadklep. Laat de achterlaadklep
langzaam neer.
Opmerking: U moet wellicht het uiteinde
van de achterlaadklep naar binnen duwen
(in het bijzonder als de lading tegen de
achterlaadklep zit), voordat de grendels naar
het midden van de achterlaadklep klappen en
loskomen.
Figuur 26
1. Grendel van de achterlaadklep
2. Om de achterlaadklep te sluiten, tilt u de
hendels omhoog en schuift u ze naar de
buitenkant van het voertuig.
3. Druk de hendels van de grendel naar beneden
om de grendel en de achterlaadklep vast te
zetten.
3. Vergrendelstang
Een nieuw voertuig inrijden
Om ervoor te zorgen dat het voertuig goede
prestaties levert en een lange levensduur heeft,
moet u de eerste 100 bedrijfsuren de volgende
richtlijnen in acht nemen.
• Controleer regelmatig het peil van de
vloeistoffen en de motorolie en let op tekenen
die erop wijzen dat een onderdeel van het
voertuig oververhit raakt.
• Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden warm laten worden, voordat u
optrekt.
• Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor
een nieuw voertuig moet u krachtig remmen
vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren
pas na enkele bedrijfsuren optimale prestaties
doordat de remmen dan als gevolg van het
gebruik zijn gepolijst (ingereden).
• Varieer de snelheid van het voertuig tijdens het
gebruik. Vermijd snel starten en stoppen.
• De motor heeft geen inrijolie nodig. De
originele motorolie is hetzelfde type olie
dat is voorgeschreven voor regelmatige
olieverversingen.
• Zie het hoofdstuk Onderhoud voor bijzondere
controles op rustige momenten.
• Controleer de positie van de voorwielop-
hanging en stel deze in, als dit nodig
is; zie Voorwielophanging instellen in
Onderhoud aandrijfsysteem, blz. 39.
De laadbak laden
De inhoud van de laadbak is 0,37 m
hoeveelheid (het volume) van het materiaal
dat in de bak kan worden geladen zonder dat
het draagvermogen van het voertuig wordt
overschreden, kan sterk variëren, afhankelijk
van de volumieke massa van het materiaal.
Bijvoorbeeld, een tot de rand gevulde bak met
vochtig zand weegt 680 kg. Dit is 113 kg boven
het draagvermogen. Maar een tot de rand gevulde
bak met hout weegt 295 kg. Dit is minder dan het
draagvermogen.
Raadpleeg onderstaande tabel voor het maximale
ruimtegewicht van verschillende materialen.
27
3
. De