Onderhoud en reiniging
Controle
Controleer of de ondergrond, de standaard en andere bevestigingsonderdelen van de
buitenunit niet versleten of verroest zijn.
Controleer of de luchtinlaten en -uitlaten van de binnenunit en de buitenunit niet verstopt zijn.
Controleer of het afgevoerde water vlot uit de afvoerslang loopt tijdens de KOELEN of
DROGEN functie.
• Als er geen afvoerwater uit de slang loopt, lekt er misschien water uit de binnenunit. Schakel
in dit geval het apparaat uit en neem contact op met de reparatiedienst.
■ Als u het apparaat lange tijd niet gebruikt
1. Schakel bij goed weer de werkingsmodus alleen VENTILATOR
gedurende enkele uren in om de binnenkant te drogen.
• Druk op
• Druk op
2. Schakel, nadat het apparaat stopgezet is, de hoofdschakelaar van de
kamerairconditioner uit.
3. Reinig de luchtfilters en breng ze opnieuw aan.
4. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
OPMERKING
• Wanneer er meerdere buitenunits aangesloten zijn, moet u controleren of in de andere
ruimte de VERWARMEN functie niet gebruikt wordt alvorens de VENTILATOR functie in te
schakelen. (pagina 31.)
Wij bevelen periodiek onderhoud aan.
Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden kan het binnenwerk van de airconditioner na enige seizoenen
gedraaid te hebben vervuild raken, hetgeen kan resulteren in tegenvallende prestaties. Naast het
regelmatig schoonmaken door de gebruiker raden wij daarom aan periodiek onderhoud te laten
verrichten door een specialist. Gelieve voor dit specialistisch onderhoud contact op te nemen met de
reparatiedienst van de leverancier van de airconditioner.
De kosten voor het onderhoud komen voor rekening van de gebruiker.
Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel.
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-protocol vallen.
Koelmiddeltype:R410A
(1)
GWP
waarde: 1975
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
Afhankelijk van de Europese of lokale wetgeving kunnen periodieke inspecties voor koelmiddellekken
vereist zijn. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met uw lokale dealer.
36
en selecteer de VENTILATOR functie.
en start het apparaat.