4.4
Veiligheidsmaatregelen
4.4.1
Tijdens normaal gebruik
•
Neem contact op met het lokale energiebedrijf
voor vragen over de elektriciteitsvoorziening.
•
Bescherm de onderdelen die heet kunnen
worden zodanig dat direct contact niet mogelijk
is.
•
Plaats indien van toepassing altijd niet-
vervormde koppelingbeschermers ter
bescherming van de koppeling voordat u de
pomp in gebruik neemt. Zorg dat de
koppelingbeschermers nooit met de draaiende
koppeling in contact komen.
•
Sluit altijd de aansluitkast van de motor.
•
Sluit indien toepasselijk altijd het
bedieningspaneel.
4.4.2
Tijdens installatie, onderhoud en
reparatie
Uitsluitend hiervoor bevoegde werknemers mogen
het product installeren, onderhouden en inspecteren,
en elektrische componenten repareren. Neem de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht.
WAARSCHUWING
Ontkoppel voordat u installatie-,
onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden gaat
uitvoeren altijd eerst de energietoevoer
naar het product. Beveilig deze
ontkoppeling.
WAARSCHUWING
De oppervlakken van een pomp kunnen
heet worden na continu of onregelmatig
bedrijf.
WAARSCHUWING
Zorg dat niemand in de buurt van
draaiende componenten aanwezig kan
zijn bij het starten van een pomp.
WAARSCHUWING
Behandel een pomp met gevaarlijke
vloeistoffen met de grootst mogelijke
voorzichtigheid. Voorkom gevaar voor
personen of het milieu bij het repareren
van lekkages, het aftappen van vloeistof
en het ontluchten. Het is raadzaam om
een lekbak onder de pomp te plaatsen.
WAARSCHUWING
Alle veiligheids- en
beschermingsvoorzieningen moeten
direct na afronding van de
werkzaamheden terug worden geplaatst
en/of weer in werking worden gesteld.
WAARSCHUWING
Neem alle in het hoofdstuk
'Inbedrijfstelling' beschreven
instructies in acht voordat u het
product weer in werking stelt.
4.5
Milieuaspecten
4.5.1
Algemeen
De producten van Duijvelaar Pompen zijn ontworpen
om gedurende de gehele levensduur milieuvriendelijk
te kunnen functioneren. Gebruik daarom indien
toepasselijk altijd biologisch afbreekbare
smeermiddelen voor het onderhoud.
MILIEU-INSTRUCTIE
Handel altijd volgens de wetten,
voorschriften en instructies inzake
gezondheid, veiligheid en milieu.
4.5.2
Ontmanteling
De eigenaar is verantwoordelijk voor de ontmanteling
en milieuvriendelijke afvoer van het product.
MILIEU-INSTRUCTIE
Informeer bij de lokale overheid naar
hergebruik of milieuvriendelijke
verwerking van afgedankte materialen.
9