Om de optekening van data te stoppen houdt
u de START/ESC-toets twee seconden lang
ingedrukt, tot de REC-icoon niet meer
knippert.
AANWIJZING!
Na het opnieuw starten van de optekening van
data door te drukken op de toets START/ESC
worden die tot dusver opgetekende logdata
overschreven. Logdata, die opgeslagen
moeten worden, moeten dus tevoren naar de
PC worden geëxporteerd (vgl. hst. 14).
Druk op de MODE/RECALL-toets, om in de
displayweergave tussen de meetwaarden die
tot de dataset behoren, te wisselen. Dit kan
ook tijdens het loggen gebeuren.
AANWIJZING!
Gedurende de dataoptekening zijn de functies
MIN/MAX/AVG, Handmatig opslaan,
Vasthouden en Weergave van opgeslagen
data niet beschikbaar. Bovendien kan het
apparaat niet worden uitgeschakeld.
Datalogging
NL
83