4
Voorbereiding voor de bediening
De stroomvoorziening van het apparaat gebeurt via batterijen of via aansluiting op het
elektrische net.
4.1
Plaatsen van de
batterijen
Afb. 3: Meetaanzicht bij zwakke batterij-
spanning
4.2
Werken met aan-
sluiting op het
elektrische net
Voorbereiding voor de bediening
Plaats 4 AA batterijen met inachtneming van
de correcte poling in het batterijvak aan de
achterkant van het apparaat.
Bij lage batterijspanning verschijnt in het display
een batterijsymbool.
PAS OP!
Bij lage batterijspanning meet de CO
meer correct!
Plaats in dat geval nieuwe batterijen of gebruik
het apparaat aangesloten op het elektrische net.
Verbind het meetapparaat via een 9V-DC
adapter met het elektrisch net (niet
bijgeleverd, zie accessoires). Vgl. afb. 1,
contact 2.
De stroomtoevoer vindt nu automatisch plaats via
het net en niet meer via de batterijen.
PAS OP!
De adapter kan niet als acculader worden
gebruikt.
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Netstekker nooit met natte handen aanraken!
Adapter uit de buurt van vochtigheid houden!
Adapter niet aan de kabel uit de trekken, hij zou
kunnen breken!
Adapter alleen gebruiken, als de op het
typeplaatje aangegeven elektrische spanning
overeenkomt met die van de contactdoos!
NL
sensor niet
2
75