STAR 8 - STAR 22J - STAR 10 - STAR 26J
D
- Gebruiksaanwijzingen
5 - Transport
5.1 -
VOORBEREIDING OP DE TRANSPORTSTAND
Controleer tijdens het laden of :
• De oprijplanken het gewicht van de machine kunnen dragen.
• De oprijplanken op correcte wijze zijn bevestigd alvorens de machine te transporteren.
• De aanhechtingszone van de oprijplanken voldoende is.
• De transportvrachtwagen moet geparkeerd worden op een vlakke ondergrond en moet stilliggen om
te voorkomen dat hij tijdens het laden of lossen van de machine begint te rijden.
Selecteer de lage rijsnelheid om de oprijplank op te rijden.
Gebruik, bij een te steile helling, een lier ter aanvulling van de lage verplaatsingssnelheid.
Kom nooit onder of te dicht bij de machines staan tijdens de lading.
Een verkeerde beweging kan leiden tot de val van de machine hetgeen ernstig letsel en materiële schade
tot gevolg kan hebben.
De machine dient volledig ingeklapt te zijn :
• Controleer op afwezigheid van ladingen in de gondel (of op het platform).
• Rijd de machine naar de truckzone.
• Bevestig de machine via de hiertoe voorziene verankeringspunten (Zie afbeelding).
• De deksels moeten vergrendeld worden.
5.2 -
PRESENTATIE VAN DE MACHINE
4000392030
10.17
NL
77
A
B
C
D
E
F
G
H
I