STAR 8 - STAR 22J - STAR 10 - STAR 26J
D
- Gebruiksaanwijzingen
4.2 -
EEN BEDIENING IN DE GONDEL OPSLAAN
Wanneer een gebruiker in de gondel gered moet worden (bijvoorbeeld bij flauwte, schade of
blokkering tegen een extern element waardoor de toegang tot de bedieningspost onmogelijk
is), moet de gebruiker op de grond vlug toegang krijgen tot de bedieningen om hulp te bieden.
HAULOTTE® heeft een systeem voor noodbedieningen beneden geïnstalleerd dat gebruikt
moet worden om de gebruiker veilig omlaag te brengen en ervoor te zorgen dat hij de nodige
zorgen toegediend krijgt.
Het systeem maakt het mogelijk personeel op de machine naar de grond te brengen, zelfs als de E-stop is
geactiveerd of als overbelasting is gedetecteerd.
• Draai de sleutel in de startschakelaar van de bedieningspost ( 92 ) naar beneden om de bedieningspost
beneden in te schakelen.
• De bedieningen van de bedieningspost boven werken niet.
• Controleer of de noodstopknop ( 15 ) van de bedieningspost beneden uitgetrokken is.
• Om het platform te aten zakken, houdt u de schakelaar ( 228 ) naar beneden en activeert u gelijktijdig de
gewenste controlefunctie.
Opm. :Als de noodstopknop of de veiligheidssystemen ( 15 ) het niet toelaten de bewegingen normaal
uit te voeren vanaf de bedieningspost beneden, gebruikt u het "overriding" systeem dat hieronder
beschreven staat.
Het "overriding" systeem moet bij wijze van uitzondering worden gebruikt en niet voor eenvoudige
noodprocedures.
4000392030
In deze situatie moet de operator op de grond het volgende doen: :
10.17
NL
73
A
B
C
D
E
F
G
H
I