14.5.1 Stroomsensoraansluiting
De drie stroomvoelers, één voor iedere fase, zitten op de volgende manier
op het zekeringenpaneel.
Iedere fase van het elektriciteitsverdeelbord dat de EcoHeat voedt, wordt
door een stroomsensor geleid voordat deze eindigt op de bijbehorende
klem. Hierdoor kan de fasestroom altijd worden gedetecteerd en vergeleken
met de ingestelde waarde voor de overbelastingsschakelaar van de
warmtepomp. Als de stroom hoger is, daalt de besturingseenheid naar een
lagere warmte-uitvoer op het verwarmingselement. Als dit onvoldoende is,
wordt ook de warmtepomp beperkt. Wanneer het vermogen terugvalt tot
de ingestelde waarde, worden de warmtepomp en het verwarmingselement
weer aangesloten.
Dit betekent dat de stroomvoelers, samen met de elektronica, voorkomen
dat er meer voeding wordt geleverd dan de hoofdzekeringen aankunnen.
De gaten voor kabels van de stroomvoelers hebben een diameter van 11 mm.
L1
Vanaf elektriciteitsmeter
L2
L3
Stroomsensor
Zekeringenpaneel
Gebruik een kabel van ten minste 0,5 mm
Aansluitblok
1
Naar tank
2
3
Lage stroom
4
CTC EcoZenith i250
.
2
1
1
2
2
3
3
4
4
95