Meet nooit op een stroomkring met een spanning van meer dan AC300V.
Meet nooit tijdens een onweer. Stop de meting in dat geval onmiddellijk en
verwijder het toestel uit het te testen object.
Doe geen meting in de nabijheid van ontvlambare gassen. Dit kan vonken
doen ontstaan die een ontploffing kunnen veroorzaken.
De stroombek werd zodanig ontworpen dat het te testen circuit niet kan
kortgesloten worden. Niettemin, als de te testen apparatuur onbeschermde
geleidende onderdelen bevat, moet men extra voorzichtig zijn om het
gevaar voor kortsluiting tot een minimum te herleiden.
Gebruik het instrument niet als de behuizing of uw handen vochtig zijn.
Overschrijd nooit de maximum toegestane ingangswaarde op geen enkel
bereik.
Open het batterijcompartiment nooit tijdens een meting.
Test de correcte werking eerst op een gekende stroombron alvorens ervan
uit te gaan dat de uitlezing correct is en tot de overeenstemmende actie
over te gaan.
Voer geen metingen uit als de behuizing beschadigd is in geval van
onbeschermde metalen delen.
Installeer zelf geen wisselstukken en breng geen veranderingen aan, maar
stuur het toestel naar uw verdeler.
Vervang de batterijen niet als het toestel vochtig is.
Verwijder alle snoeren en kabels uit het te testen object en schakel het
toestel uit alvorens het batterijcompartiment te openen.
Plaats het instrument op een stabiele, trillingsvrije ondergrond.
Houd floppy disks, magneetkaarten, PC's en displays uit de buurt van de
magneet aan de achterzijde van het toestel.
Stel het toestel niet bloot aan de zon, hoge temperaturen of vochtigheid.
Schakel het toestel uit na gebruik. Als u het toestel een tijdje niet gebruikt,
berg het dan op en haal de batterijen eruit.
Reinig het toestel met een neutraal detergent (geen schuur-of
GEVAAR
WAARSCHUWING
OPGELET
£