4.4.1
Aansluiting van voelers (bescherming tegen
extra lage spanning)
De voelers die deel uitmaken van elke systeemoplossing moeten als volgt
worden aangebracht op de printplaat/klemmenstrook: Alle voelers zijn
temperatuurvoelers.
Voeler zonnecollector In (B30, PT1000)
Meet de retourtemperatuur naar de zonnecollector. Aangebracht op de
koperen buis op de retourleiding naar de zonnecollectoren. Vastgezet met
een hittebestendige kabelbinder en warmtegeleidende pasta.
Aangesloten op expansion card X1:
Klemmenstrook X1: 3
Klemmenstrook X1: 4
Voeler zonnecollector uit (B31, PT1000)
180°C Rode kleurcode:
Meet de temperatuur van de zonnecollector. Het is belangrijk om deze voeler
zo te plaatsen dat hij de collectortemperatuur ook detecteert wanneer de
vloeistof niet circuleert. Deze voeler wordt in de zonnecollector geplaatst.
Raadpleeg de handleiding van de zonnecollector voor de exacte positie.
Als het moeilijk is om de voeler in de zonnecollector te plaatsen, moet de
functie "Voelertest" worden geactiveerd.
Aangesloten op expansion card X1:
Klemmenstrook X1: 1
Klemmenstrook X1: 2
X-volume/buffertank/EcoTank sensor, boven (B41,
NTC22k)
Meet de temperatuur in het bovenste gedeelte van de tank. Wordt in het
bovenste gedeelte van de opslagtank of in het zwembad geplaatst.
Aangesloten op uitbreidingskaart X2:
Klemmenstrook X2: 9
Klemmenstrook X2: 10
X-volume/buffertank/EcoTank sensor, onder (B42,
NTC22k)
Meet de temperatuur in het onderste gedeelte van de tank. Wordt in het
onderste gedeelte van de opslagtank of in het zwembad geplaatst.
Aangesloten op de expansion card X2:
Klemmenstrook X2: 11
Klemmenstrook X2: 12
!
Gebruik alleen
voelers die
geschikt zijn voor
een temperatuur
van 180°C in de
zonnecollector.
(Rode kleurcode)
CTC Expansion EnergyFlex
25