Inhoudsopgave
Advertenties
3. Systeemstructuur
Hier staan de diverse systemen die op het product kunnen worden aangesloten.
3.1
Zonnecollector
Het aantal zonnecollectoren dat kan worden aangesloten hangt af van het watervolume in het product/de tanks
waarop de zonnecollectoren moeten worden aangesloten. Deze schema's tonen slechts basisopstellingen. De
exacte plaatsing kan in de praktijk anders zijn. Het systeem moet worden aangevuld met ontluchters, expansievaten
en veiligheidskleppen, etc. op geschikte plaatsen. Aan het eind van dit hoofdstuk staat een onderdelenlijst.
Als de functie "Boring herladen" is geselecteerd, kunt u het aantal graden instellen waarmee de zonnecollector
warmer moet zijn dan de captatievloeistof in de boring om met laden te starten. Als de collector de tank aan het
opladen is of kan opladen, krijgt het opladen van de tank prioriteit.
Kijk voor menu-instellingen in de sectie "Installateur/Instellingen/Zonnecollectoren" .
3.1.1
Zonne-energiesysteem 1
Systeemontwerp met zonneverwarming alleen voor H-tank (CTC EcoHeat 400/CTC
EcoZenith i255) of voor EWB-tank (andere EnergyFlex modellen).
Laadcondities (belangrijkste condities, fabrieksinstellingen)
Het laden begint wanneer de zonnecollectorsensor (B31) 7°C warmer is dan de
H-tanksensor (B6) of EWB-tanksensor (B47).
Het laden stopt wanneer er een verschil van 3°C is tussen de zonnecollectorsensor en de
tanksensor.
Stel het temperatuurverschil in waarbij het laden van de boring moet starten. De
zonnecollector moet dit aantal graden warmer zijn dan de captatievloeistof in het boorgat
om het opladen te starten. Als de collector de tank aan het opladen is of kan opladen, krijgt
het opladen van de tank prioriteit.
Alleen verwarming via bodem-/aardwarmte
F3
G31
EVK
B47
Op de afbeelding staan de mogelijke aansluitingen. De installateur plaatst expansietank, veiligheidskleppen, ontluchters, enz. en
maakt het systeem op maat.
B23
04
Y11
B5
01
H
B6
B31
G30
Y11
M
Y31
F2
Y11
G32
CTC Expansion Energyflex
B30
11
Advertenties
Inhoudsopgave
