Storingen
De vuldeur kan niet
geopend worden.
Wasmiddelresten in
de wasmiddellade.
de wasmiddellade.
Ontstaan van geurtjes
in het apparaat.
De indicatielampjes
De indicatielampjes
branden niet.
branden niet.
Het programma
begint niet.
begint niet.
Er stroomt geen water
Er stroomt geen water
in het apparaat of het
in het apparaat of het
wasmiddel wordt niet
wasmiddel wordt niet
ingespoeld.
Oorzaak
Er is nog water in het apparaat;
---" (zonder eindcentrifugeren)
gekozen.
De veiligheidsfunctie is actief.
Vochtig of klonterig wasmiddel.
Moeilijk oplosbare wasmiddel
tabletten gebruikt.
Wassen met overwegend lage
temparturen en/of vloeibaar
wasmiddel.
Er is een zekering in de meterkast
Er is een zekering in de meterkast
doorgeslagen.
doorgeslagen.
De stroom is uitgevallen.
De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact.
De vuldeur is niet dicht.
Start/Pauze knop niet aangeraakt.
De kraan is niet open.
Toevoerslang is geknikt of zit klem.
Zeef in de watertoevoer verstopt.
Advies
Het progamma Afpompen of
Centrifugeren kiezen.
2 minuten wachten.
Wasmiddellade schoonmaken en
afdrogen, zie blz. 44.
Bij vloeibaar wasmiddel het
doseerbolletje, maatbeker etc.
gebruiken.
De tabletten in de verpakking
verkruimelen alvorens ze in
wasmiddelbakje II te doen.
Programma Witte/bonte was 90 ºC
uitvoeren zonder wasgoed. Hiervoor
een wasmiddel voor alle temperaturen
gebruiken.
Zekering inschakelen/vervangen.
Als deze storing vaker optreedt,
schakel dan de Servicedienst in.
Het programma loopt door als er weer
stroom is. Als het wasgoed uit de
trommel moet worden gehaald, ga
dan te werk zoals onder
Schoonmaken van de pomp
beschreven zie blz. 45 en verder.
Controleer of er wasgoed beklemd is
geraakt.
Vuldeur sluiten (tot u een klik hoort).
Raak de Start/Pauze knop aan.
Kraan opendraaien.
Zeven schoonmaken zie blz. 46 en
verder.
49