De batterij vervangen
W
Waarschuwing
Om foutieve aflezingen te voorkomen die tot
elektrische schokken of lichamelijk letsel
kunnen leiden, moet de batterij vervangen
worden zodra de batterij-indicatie (B)
verschijnt.
Afbeelding 23 toont hoe de batterij moet worden
vervangen.
De zekeringen vervangen
Het ijkinstrument wordt geleverd met twee zekeringen
van 0,05 A, 250 V om het ijkinstrument te beveiligen.
WWaarschuwing
Om elektrische schok te voorkomen,
verwijdert u de meetkabels uit het
ijkinstrument voordat u de batterijklep opent.
Sluit en vergrendel de batterijklep vóór
gebruik van het ijkinstrument.
De zekeringen kunnen worden verwijderd en op hun
weerstand worden gecontroleerd. Een waarde van < 10
Ω is goed. Meetproblemen bij gebruik van de
rechtercontacten wijzen erop dat F3 wellicht is geopend.
Als u geen stroom kunt meten of aanvoeren met de
linkercontacten, is F4 wellicht geopend. Zie afbeelding 23
en voer onderstaande stappen uit om de zekeringen te
vervangen.
1.
Zet het ijkinstrument uit, neem de meetkabel uit de
aansluitingen en houd het ijkinstrument met de
voorzijde naar beneden.
2.
Draai de schroefjes van de batterijklep een kwartslag
naar links met een platte schroevendraaier en
verwijder de batterijklep.
3.
Verwijder en vervang de beschadigde zekering.
4.
Plaats de batterijklep terug en zet hem vast door de
schroefjes een kwartslag naar rechts te draaien.
De batterij vervangen
49