0 %- en 100 %-outputparameters
instellen
Voor stroomafgifte gaat het ijkinstrument ervan uit dat 0 %
overeenstemt met 4 mA en 100 % met 20 mA. Voor
andere outputparameters, moet u het 0 %- en 100 %-
bereikpunt instellen voordat u de functies getrapte toe-
/afname of lineaire toe-/afname kunt gebruiken. Ga als
volgt te werk:
M
1.
Druk zo nodig op
selecteren.
2.
Selecteer de gewenste aanvoerfunctie en gebruik de
pijltoetsen om de waarde in te voeren. Ons voorbeeld
is een temperatuurbron met de aanvoerwaarden
100 °C en 300 °C.
Voer 100 °C in, druk op
3.
ingedrukt om de waarde op te slaan.
Voer 300 °C in, druk op
4.
ingedrukt om de waarde op te slaan.
U kunt deze instelling nu gebruiken voor het volgende:
•
handmatige getrapte toe-/afname in stappen van
25 %
om de modus SOURCE te
J
en houd de toets
G
en houd de toets
0 %- en 100 %-outputparameters instellen
•
alternering tussen het 0 %- of 100 %-bereikpunt door
J
G
of
kortstondig in te drukken
Getrapte en lineaire toe-/afname van
output
De outputwaarde van aanvoerfuncties kan op twee
manieren worden aangepast:
•
handmatige getrapte toe-/afname met de toetsen
H
I
en
of automatische toe-/afname
•
gelijkmatige lineaire toe-/afname van output
Getrapte en lineaire toe-/afname is van toepassing op alle
functies behalve druk, waarvoor een externe drukbron
moet worden gebruikt.
Handmatige getrapte toe-/afname van de mA-
afgifte
Voor handmatige getrapte toe-/afname van de
stroomafgifte kunt u het volgende doen:
H
I
•
Gebruik
of
stappen van 25 %.
J
•
Druk kortstondig op
G
om naar 100 % te gaan.
voor getrapte toe-/afname in
om naar 0 % te gaan of op
37