Regelmatig onderhoud
Reiniging
De kast mag tijdens het reinigen niet zijn aangesloten aan een voedingsbron.
De kast dient regelmatig van binnen met een mild sopje te worden gereinigd (max. 85°C) en goed te worden
gecontroleerd alvorens weer te worden aangezet.
Het compressorcompartiment en in het bijzonder de condensor moeten vrij van stof en vuil worden gehouden. Dit kunt u
het beste doen met een stofzuiger en een borstel.
Het wordt aanbevolen om de herverdampingsbak regelmatig te controleren op vreemde voorwerpen en
dienovereenkomstig te reinigen.
De compressorruimte en verdamper mogen niet met water gespoeld worden daar dit kortsluiting in het elektrisch
systeem kan veroorzaken.
Reinigingsmiddelen die chloor of chloorverbindingen bevatten, evenals andere agressieve middelen, mogen niet worden
gebruikt aangezien deze corrosie kunnen veroorzaken.
De positie van de condensor voor zowel onder- als opgebouwde machines is hieronder afgebeeld.
BioCompact II 610
46
BioCompact II 210, 310, 410, 210/210