15.3.2
CTC EcoZenith i550 Pro - Warmtepomp
Warmtepomp 1 is aangesloten op wisselkleppen om af te wisselen tussen
de bovenste en de onderste tank. Warmtepompen 2 en 3 zijn rechtstreeks
op de onderste tank aangesloten om de verwarmingen te voeden.
Zorg dat de poorten van de wisselkleppen (Y21) zijn ingesteld als in het
●
schema. De poorten
moeten altijd zijn aangesloten op warmtepomp 1. Als
het nodig is om poorten om te wisselen (
de aandrijving opnieuw worden aangesloten. Zie het hoofdstuk Elektrische
installatie voor meer informatie.
Bij aansluiting in serie, moet de laatste warmtepomp worden ingesteld
op afgesloten positie. Dat wil zeggen dat op de laatste warmtepomp
dipschakelaar 2 in de positie AAN moet staan. Op de andere
warmtepompen moeten de schakelaars in de positie UIT staan. Raadpleeg
voor meer informatie de Installatie- en onderhoudsinstructies van de
betreffende warmtepomp.
De wisselkleppen (Y21) en de circulatiepomp (G11), (G12) en (G13) zijn CTC-
accessoires.
Zie ook het menu Verwarmingspomp in het hoofdstuk Menu's met
uitgebreide beschrijvingen. (Installateur/Instellingen/Warmtepomp A1-A3)
26
25
Värmepump 1
Värmepump 2
VP A1
VP A2
G11
G12
■
▲
en
), moeten twee jumpers in
27
Värmepump 3
VP A3
G13
Voor de installateur
!
Enkel de warmte-
pomp nummer 1
kan met de ver-
deelkleppen aan-
gesloten worden.
Y21
B5
Y21
B6
B33
11
CTC EcoZenith i550 Pro
Y1
01
E5
EL 1-3 a/b
02
E1/E4
111