Voor de installateur
15. Installatie van de
leidingen
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende normen voor
verwarming en warm water. Het product moet worden aangesloten op
een expansievat in een open of gesloten systeem. Vergeet niet om de
verwarmingskring schoon te spoelen voor de aansluiting. Voer alle installatie-
instellingen uit op basis van de beschrijving in het hoofdstuk over de "Eerste
start". Zie het hoofdstuk over de functies van de EcoZenith in het deel voor
de eigenaar van het pand voor meer informatie over de werking van de
verschillende delen van het systeem.
In dit hoofdstuk vindt u de hoofdaansluitingen voor de EcoZenith, plus
additionele installaties als warmtepompen, tanks, zonne-energie, zwembad,
passieve koeling, laden van het boorgat, SWW-circulatie en externe gas-,
olie- of pelletketel. De instructies voor het betreffende additionele product
moeten worden opgevolgd.
Raadpleeg ook het hoofdstuk "Elektrische installatie".
Aansluitingen, plaatsingen en afmetingen.
Zie Technische gegevens in het deel voor de eigenaar van het pand.
Pijpaansluitingen op de eenheid
Sluit de pijpen aan zoals te zien is op het aansluitschema voor de leidingen.
Raadpleeg ook de Technische gegevens in het deel voor de eigenaar
voor het pand voor de afmetingen en plaatsing van de aansluitingen. Als
uitgegloeid koperen leidingen worden gebruikt, plaatst u steunmoffen.
Circulatiepompen - verwarmingskring
De circulatiepompen worden op de vertrekleidingen van de EcoZenith naar
de betreffende verwarmingskringen geplaatst en ontvangen hun voeding van
de EcoZenith; zie het hoofdstuk over de Elektrische installatie.
Mengkraan
Installeer een mengkraan waar er uitgaand sanitair warm water is om het
gevaar voor verbranding bij de warmwaterkranen in het pand te voorkomen.
Veiligheidskleppen
De veiligheidskleppen van de EcoZenith voor het warmwatercircuit en de
ketel zijn apart verpakt. Sluit de afvoerpijpen naar het afvoersysteem direct
aan op de afvoerput in de vloer of, als de afstand meer dan twee meter
is, op een afvoertrechter. Er kan water uit een aangesloten afvoerleiding
druppelen. De afvoerleiding moet aflopen in de richting van de afvoerput
in de vloer, zo worden geïnstalleerd dat er geen gevaar voor bevriezing
is en open worden gelaten naar de lucht/zonder druk. De lengte van de
afvoerleiding mag niet meer zijn dan twee meter, tenzij de leiding uitkomt in
een afvoertrechter.
Vulklep - verwarmingskring
Plaats een vulklep tussen de koudwateraansluiting en de retourleiding van
de verwarmingen, of tussen de koudwaterleiding en de expansieleiding. De
vulklep moet een terugslagklep hebben (om terugstroming te voorkomen).
108
CTC EcoZenith i550 Pro