NEDERLANDS
05 Plaatsing
05.A Algemene richtlijnen
De goede werking van uw Duco ventilatiesysteem is volledig afhankelijk van de keuze en uitvoe-
ringskwaliteit van de toe- en afvoerleidingen! Houd daarom bij het kiezen van de opstellings-
ruimte rekening met de volgende richtlijnen.
Alvorens het toestel in werking te stellen moet deze eerst aangesloten worden op een kanalennet.
Dit om te voorkomen dat u de ventilator zou kunnen aanraken�
• Houd rekening met alle veiligheidsvoorschriften beschreven in deze handleiding�
• Gebruik steeds hoogwaardige materialen en dichtingen om de beste luchtdichtheid te bekomen� Het volledig systeem is geba-
seerd op een goede luchtdichte aansluiting en kanalentraject�
• Bij het aanleggen van de kanalen dient men zo weinig mogelijk bochten en weerstand te maken� Het systeem is gebaseerd op
een maximale weerstand van 150 Pa�
• Zorg ervoor dat de kanalen aan de binnenzijde geen deuken, lange schroeven of extra obstakels hebben� Dit is nadelig voor een
goed onderhoud en duurzaam gebruik�
• Het buitenlucht-toevoerkanaal wordt niet gebruikt om verse lucht binnen de woning te trekken, maar enkel om warmte te ont-
trekken met het toestel�
• De DucoBox Eco is een zeer geruisloos systeem, maar het is aangeraden geluidsdempers te plaatsen op de kanalen die vanuit
de woning naar de unit komen, dit om een maximaal akoestisch comfort te verkrijgen�
• De kanalen die met de buitenlucht zijn verbonden moeten voldoende geïsoleerd zijn om condensvorming te voorkomen� Ook
alle kanalen die in een niet geïsoleerde, onverwarmde
ruimte liggen dienen geïsoleerd te zijn�
• Monteer het afvoerkanaal / de afvoerkanalen van de
woningzijde (ETA 1 en/of 2) steeds afwaterend naar de
unit om de eventuele condens opbouw in het kanaal te
vermijden� Tijdens het douchen of koken kan heel veel
vochtige lucht afgezogen worden�
• De aanvoer van buitenlucht (ODA) kiest u beter aan de
zuidkant, om zoveel mogelijk warmte in het toestel te
krijgen�
• Gebruik de meegeleverde afsluitdop (incl� isolatie) om
de ongebruikte aansluitmond af te dichten�
• Zorg ervoor dat de luchttoevoeropening gemakkelijk
toegankelijk is voor eventuele reiniging� Een kleiner
doorlaatoppervlak kan namelijk grote negatieve effec-
ten hebben op de performantie van het systeem�
• Duco adviseert u om aan de aanzuigkant van de
toevoer minimaal 40 cm rechte buis aan te leggen
alvorens de luchtstroom af te buigen�
10
L2000010 Installatiehandleiding DucoBox Eco (Revisie D | 18.07.2019)
Raadpleeg ook onze "15 NIET TE
MISSEN TIPS" voor een overzicht met
de belangrijkste aandachtspunten.
conseils-installation-DucoBox-Energy-(fr)
15 NIET TE MISSEN TIPS
De goede werking van uw Duco ventilatiesysteem is volledig afhankelijk
van de keuze en uitvoeringskwaliteit van de toe- en afvoerleidingen!
Werd het kanalensysteem geoptimaliseerd?
Vraag professioneel advies bij uw leverancier
van kanalen. Het bespaart u tijd, verzekert u
kwaliteit en levert energetisch voordeel
op voor de eindgebruiker!
DISCLAIMER: aan dit document kunnen geen rechten
ontleend worden. Alle tips zijn louter adviserend.
Elke uitvoerder kan afhankelijk van het project
naar eigen goeddunken bepalen welke
tips haalbaar en/of nuttig zijn.
1
Zorg voor voldoende afstand tussen ODA
en EHA voor een optimaal rendement.
2
Gebruik starre thermisch geïsoleerde leidingen voor ODA
en EHA. Voor een akoestisch gevoelige / lange installatie
wordt ^ 200 mm aangeraden. Gebruik geen flexibele
verbinding. Vermijd onnodige bochten in dit kanaal.
3
Voorzie een druipprofiel bij eventuele
uitblaas (EHA) door de muur.
4
Maak de gekoppelde kanalen
luchtdicht vast via tape, slangklem,
tiewrap of gebruik een mof met
rubber. Gebruik geen schroeven bij
bevestiging. Plaats een dop op een
eventuele niet gebruikte aansluitmond.
5
Gebruik flexibele slang met afsluiter
aan iedere wateraansluiting.
6
Hang het toestel waterpas.
8
7
Bij wandbevestiging: wand met massadichtheid
van min 200 kg/m². Een gibowand of
metaalstut voldoet niet!
Gebruik een montagestoel indien de
wand niet voldoet.
0000-4422
L1336000-B 18.12.2018
9
Kies een dubbelwandig geïsoleerde
dakdoorvoer met lage weerstand.
10
Beperk de weerstand.
Vermijd zo veel mogelijk bochten
en maak ze nooit scherper dan
90°. Vermijd deuken en vuil in de
kanalen.
11
EHA
ODA
ETA2
ETA1
12
Gebruik minstens 1 m flexibele of
starre geluiddemper.
Star = lage kastafstraling
Flex = laag kanaalgeluid
13
Voorzie het stopcontact rechts
boven het toestel in functie van
spatwaterdichtheid.
14
64 mm
Voorzie voldoende ruimte voor
0000-4376
de condensafvoer.
15
Gebruik geluiddempers tussen
Kanaaldiameter ETA:
ruimtes om overspraak te
Volg de richtlijnen voor de maximale
verhinderen.
volumestromen per kanaaldiameter, in verband
met geluidsproductie en drukval:
Ø 100
Ø 125
Ø 150
Ø 180
0-30
30-150
150-250
250-400
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
Zorg ervoor dat de totale tegendruk zo
laag mogelijk is (streefdoel ≤ 150 Pa) en de
luchtsnelheid in elk kanaal < 3 m/s en < 1,5 m/s
in zijtakken.
Gebruik beugels
met rubber inleg
om overdracht
van trillingen te
beperken.