5.
Elektrische installatie
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende normen.
Installatie en aansluitingen in CTC EcoLogic moeten worden uitgevoerd door
een erkende elektricien. Alle bedrading moet worden aangelegd volgens de
geldende vereisten.
5.1
Voeding
Voeding
De 24V DC
EcoLogic wordt aangedreven door de warmtepomp via een meegeleverde
communicatiekabel. Voeding en communicatie gaan door dezelfde kabel.
5.2
Communicatie tussen EcoLogic
en CTC EcoAir/EcoPart
LiYCY (TP) wordt gebruikt als communicatiekabel. Het is een afgeschermde
kabel met 4 kernen en de communicatiekernen zijn van het type twisted-pair.
Het display (A1) is aangesloten op de printplaat van de verwarmingspomp
(A5) volgens het bedradingsschema "Besturingskaart EcoAir/EcoPart
aansluiten".
5.3
Buitenvoeler B15 (EcoPart)
De buitenvoeler (B15) wordt aangesloten op de besturingskaart van
de EcoPart op aansluitingen U5 en GND, zie het bedradingsschema
"Besturingskaart EcoAir/EcoPart aansluiten".
5.4
Thermostaatbesturing K26/
besturingssignaal externe
driewegklep
Thermostaatbesturing K26 en besturingssignaal van externe driewegklep
(als er geschakeld wordt tussen verwarming/SWW) kunnen als volgt op de
besturingskaart (A5) WP worden aangesloten:
EcoAir 400/EcoPart 400/EcoAir 500
Aansluiten op aansluiting DI3 en GND (zie bedradingsschema
"Besturingskaart EcoAir/EcoPart aansluiten".
EcoAir 600/EcoPart 600
Aansluiten op aansluiting DI1 en GND (zie bedradingsschema
"Besturingskaart EcoAir/EcoPart aansluiten".
29
CTC EcoLogic S